Na twee maanden onderbreking, heb ik vandaag weer voor het eerst Japanse les. Daar ben ik eerlijk gezegd ook wel aan toe. Het is gek om te merken hoe snel ik dat kleine beetje kennis wat ik heb opgedaan in een heel jaar, langzaam maar zeker voel wegzakken tijdens een zomer zonder les.
Ik ben natuurlijk nog wel blijven oefenen in restaurants, winkels en met andere moeders en peuters in de zandbak. Maar doordat ik nu bij elk woord drie keer moet nadenken of de betekenis klopt, merk ik dat ik steeds minder ad rem ben bij het vormen van zinnen. Ik neem heel slap ook minder risico.
Dus de conversatie wordt steeds simpeler, wat op zichzelf niet heel erg is als je alleen maar met peuters en winkelbediendes praat, maar het maakt het allemaal wel wat minder uitdagend. En dat terwijl ik het juist zo leuk vind om Japans te leren.
Met dat nemen van risico's hebben Japanners trouwens al helemáál moeite als ze Engels moeten praten. Als ze al iets willen zeggen, willen ze dat perfect formuleren dus praten ze meestal liever maar zo min mogelijk. Ik ben eigenlijk nooit bang geweest om iets niet perfect te zeggen, want ook al is het ten koste van mezelf; als ik daarmee voor wat gegiechel kan zorgen, wordt de sfeer er meestal alleen maar beter op!
De moeilijkheid schuilt erin dat Japanse woorden voor mij allemaal op elkaar lijken, omdat ik het niet kan vergelijken met de westerse talen die ik geleerd heb. En ik vind het prima om een hilarisch schoonheidsfoutje te maken maar een echte misser in Japan is natuurlijk uit den boze. Ik wil namelijk liever niet naar een schoonheidssalon gestuurd worden [byoin] terwijl ik denk dat ik het over het ziekenhuis heb [byooin].
Ik bedenk me soms met enige frustratie dat als het Italiaans was geweest waar ik gedurende een jaar zoveel energie in gestoken zou hebben, ik misschien inmiddels 'La divina commedia' al had kunnen vertalen. Maar goed, nu kan ik Wiebe zijn Japanse kinderboeken voorlezen en dat kan ook niet iedere moeder zeggen.
De kinderboeken voor 1 tot 4-jarigen zijn namelijk nog helemaal in het 'hiragana'. Dat is samen met het 'katakana' een aanvullend schrift op de karakters (of 'kanji') die van oorsprong Chinees zijn. Dit is vergelijkbaar met het alfabet maar dan bestaand uit 5 klinkers en allerlei klanken van twee letters. Een stuk makkelijker dan de kanji's dus, waar ik er nu pas iets meer dan 100 van ken (en er bestaan meer dan 2000).
Hoe dan ook is het heel nuttig om je als inwoner van Japan een beetje in de taal te verdiepen. Het is namelijk een hele andere manier van denken hier. Als je de taal niet begrijpt, zal je waarschijnlijk weinig van deze andere wereld snappen. Ik hoop aan het einde van de rit een piepklein beetje te begrijpen van deze prachtige cultuur.... de rest mag wat mij betreft een mysterie blijven.
Bedankt voor het lezen van mijn weblog. Arigatoo gozaimasu!
Ik ben natuurlijk nog wel blijven oefenen in restaurants, winkels en met andere moeders en peuters in de zandbak. Maar doordat ik nu bij elk woord drie keer moet nadenken of de betekenis klopt, merk ik dat ik steeds minder ad rem ben bij het vormen van zinnen. Ik neem heel slap ook minder risico.
Dus de conversatie wordt steeds simpeler, wat op zichzelf niet heel erg is als je alleen maar met peuters en winkelbediendes praat, maar het maakt het allemaal wel wat minder uitdagend. En dat terwijl ik het juist zo leuk vind om Japans te leren.
Met dat nemen van risico's hebben Japanners trouwens al helemáál moeite als ze Engels moeten praten. Als ze al iets willen zeggen, willen ze dat perfect formuleren dus praten ze meestal liever maar zo min mogelijk. Ik ben eigenlijk nooit bang geweest om iets niet perfect te zeggen, want ook al is het ten koste van mezelf; als ik daarmee voor wat gegiechel kan zorgen, wordt de sfeer er meestal alleen maar beter op!
De moeilijkheid schuilt erin dat Japanse woorden voor mij allemaal op elkaar lijken, omdat ik het niet kan vergelijken met de westerse talen die ik geleerd heb. En ik vind het prima om een hilarisch schoonheidsfoutje te maken maar een echte misser in Japan is natuurlijk uit den boze. Ik wil namelijk liever niet naar een schoonheidssalon gestuurd worden [byoin] terwijl ik denk dat ik het over het ziekenhuis heb [byooin].
Ik bedenk me soms met enige frustratie dat als het Italiaans was geweest waar ik gedurende een jaar zoveel energie in gestoken zou hebben, ik misschien inmiddels 'La divina commedia' al had kunnen vertalen. Maar goed, nu kan ik Wiebe zijn Japanse kinderboeken voorlezen en dat kan ook niet iedere moeder zeggen.
De kinderboeken voor 1 tot 4-jarigen zijn namelijk nog helemaal in het 'hiragana'. Dat is samen met het 'katakana' een aanvullend schrift op de karakters (of 'kanji') die van oorsprong Chinees zijn. Dit is vergelijkbaar met het alfabet maar dan bestaand uit 5 klinkers en allerlei klanken van twee letters. Een stuk makkelijker dan de kanji's dus, waar ik er nu pas iets meer dan 100 van ken (en er bestaan meer dan 2000).
Hoe dan ook is het heel nuttig om je als inwoner van Japan een beetje in de taal te verdiepen. Het is namelijk een hele andere manier van denken hier. Als je de taal niet begrijpt, zal je waarschijnlijk weinig van deze andere wereld snappen. Ik hoop aan het einde van de rit een piepklein beetje te begrijpen van deze prachtige cultuur.... de rest mag wat mij betreft een mysterie blijven.
Bedankt voor het lezen van mijn weblog. Arigatoo gozaimasu!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten