dinsdag 17 september 2013

Japans temperament

De inwoners van Tokyo komen op mij over als zeer beheerste en introverte mensen. Ze zullen ongetwijfeld van alles denken en voelen, maar emoties worden in principe niet getoond. Japanners worden eigenlijk nooit echt boos, al zijn ze wel heel streng met het nastreven van hun regels. Van uitzonderingen hebben ze nog nooit gehoord hier. Dát roept bij mij persoonlijk trouwens wel ergernis op maar het gezicht van de Japanner blijft netjes in de plooi. Ik krijg gewoon een standje en de regels nog eens haarfijn uitgelegd en daar blijft het bij.

De mensen hier toeteren niet in de auto. Ze schreeuwen niet zomaar naar elkaar. Ze zijn hier ook nooit hardop aan het converseren of lachen in het openbaar.
In de meeste andere landen ter wereld gebeurt op straat juist van alles. Neem Nederland bijvoorbeeld: Daar zit je in de trein en word je ongevraagd getrakteerd op triviale problemen van je omzittenden, de ene keer in de vorm van een luidruchtig telefoongesprek en een andere keer ben je getuige van een echtelijke of buitenechtelijke ruzie. Of ze beginnen tegen je aan te zeuren. Daar zit je niet altijd op te wachten. Maar aan de andere kant uit dit gebrek aan schaamte van Nederlanders zich soms ook in gezellige praatjes met de mensen in winkels of in de tram. Er wordt eigenlijk overal gepraat en ook veel meer gelachen in het openbaar.
In Tokyo is er opvallend weinig interactie onder de bewoners. Men laat elkaar hier krampachtig met rust. Ik ben bijna altijd de enige blanke in een coupé vol Japanners en steek een kop uit boven iedere Japanse vrouw maar ik heb nooit het gevoel dat ik heel erg opval. Er is niemand die me echt aankijkt, laat staan die me aanspreekt.
Ook onderling praten de mensen hier niet zomaar met elkaar. In de metro klinkt geen geroezemoes want men gaat volledig op in zijn eigen wereld van manga, games en muziek. Iedereen heeft altijd haast in Tokyo en gezellig kletsen op straat is er voor niemand bij.

Nu ik er langer over na denk, kan ik eigenlijk maar een paar situaties bedenken waarin de Japanner zich niet langer inhoudt en zich soms echt helemaal laat gaan. Waar het in koffietenten nog zorgwekkend stil is, is het in de meeste restaurants in Tokyo wél echt druk en rumoerig. En dat is te verklaren..... door niets anders dan de aanwezigheid van flessen sake en grote pullen bier bij al het heerlijke eten wat de Japanse keuken te bieden heeft.
Hoe leger het glas, hoe loslippiger de drinker. En wat iedereen zegt over Aziaten en snel dronken worden..... Het is waar! Ze vinden het niet erg om straal bezopen te zijn; ik denk omdat ze dan eindelijk eens alle remmen los kunnen gooien. En het interessante is: hoe erg ze zich de avond ervoor ook misdragen hebben, ze komen de volgende ochtend zonder gêne gewoon weer naar kantoor. Terwijl schaamte in vele gevallen niet onterecht zou zijn geweest: ik heb vaak genoeg gezien hoe ze in Shibuya, mannen en vrouwen, gedragen moeten worden door drie anderen. Of er een languit slapend op de metrobank zien liggen met schoenen en tassen die verderop in de coupé rond slingeren. Ze schreeuwen op straat als echte dronkenlappen en op menig stoep en perron ligt een plakje braaksel. Maar niemand plaagt zijn vriend of collega hiermee want wie weet is hij de volgende keer de brakste.

Behalve onder invloed van alcohol zijn sommige Japanners ook bij het uitoefenen van hun beroep wat luidruchtiger. Bijvoorbeeld in restaurants, met name in de izakaya's. De koks en de bediendes roepen heel theatraal 'irashaimase' (welkom), hard en met lange uithaal. Ze grillen de makreel voor je neus en laten je zelf blussen met citroen, gevolgd door hard klappen en schreeuwen. Obers maken grapjes en kletspraatjes en vinden het leuk als je Japans praat.
Een ander voorbeeld is het theater. In de traditionele toneelstukken zoals 'Noh', 'Kyogen' en 'Kabuki', wordt er overdreven zangerig en luidruchtig gepraat. Vooral Kyogen is erg herkenbaar: een soort 'klucht' tussen de wat saaiere Noh stukken door. Ik vond het een verademing omdat het bewijst dat iedereen op de wereld in staat blijkt dezelfde eenvoudige humor grappig te vinden. En de acteurs laten zich helemaal gaan en sommigen zelfs in de rol van een vrouw!
Ook in de moderne vormen van entertainment in Tokyo zijn er uitbundige beroepen. En dan het liefst over de top. Zo waren wij laatst in het 'Robot Restaurant' in Shinjuku (een levendig stukje Tokyo).
Het bestaat iets meer dan een half jaar en het is werkelijk een fenomeen. Bij deze gelegenheid gaat het duidelijk meer om de robots dan om het restaurant. Saaie rijstballen en een flesje groene ijsthee; nog nooit heb ik ergens in Japan slechter gegeten. Maar goed, de show was het zeker waard.
 

Het valt nauwelijks te omschrijven: Allerlei thema's uitgevoerd met dans: van prehistorische dieren tot en met de supersonische robots. Het personeel lijkt in elk geval erg in zijn element... Of zouden ze allemaal eerst een flesje sake achterover hebben geslagen?!




 

maandag 9 september 2013

Nagoya verzilverd

Er is zoveel te zien in Japan dat sommige Japanners hun hele leven de eilanden niet afkomen en uitsluitend hun vakanties in eigen land doorbrengen. Hoewel een leven lang Japan me wat veel van het goede lijkt, kan ik het vanuit hun standpunt wel begrijpen: In Japan spreekt iedereen Japans, wat Japanner toch nog altijd de prettigste vindt van alle talen.
Verder is het eten er altijd uitstekend, heb je zowel zee als bergen (met poedersneeuw) en als je een stad of een gebied al kent, kan je het gerust nog een keer gaan bekijken in een nieuw jaargetijde met een 'ander jasje'. In de lente is alles lichtroze, in de zomer groen, in de herfst oranje-rood en in de winter wit en kaal.

Je begrijpt dat wij soms van gekkigheid niet weten wat we wanneer willen zien en doen, want wij hebben misschien nog maar 5 seizoenen voor de boeg. Gelukkig helpt het lot soms een handje mee.
Zo waren wij afgelopen weekend in Nagoya en omgeving, eigenlijk puur en alleen omdat Pieter tijdens de loterij van Koninginnedag op de Ambassade een overnachting in het Marriot Hotel van Nagoya had gewonnen.
Nog net binnen de geldigheidstermijn van deze voucher, vertrokken we zaterdagochtend vroeg met de Shinkansen naar het westen. Wiebe was dik tevreden, alleen al met deze treinreis en het hotel zelf dat 23 verdiepingen boven het station uittorent, met prachtig uitzicht op de hoge snelheidslijn. Het klinkt misschien niet zo fraai, zo aan het spoor, maar vanaf de 24ste etage kan je ook de rest van de stad juist heel goed bewonderen en de kamers waren echt fantastisch!

Dag 1 hebben we de Atsuta-jingu shrine bekeken, althans de muren hieromheen want als je de tempel in wilde, moest je 8000 yen betalen per persoon. Dat hebben wij niet gedaan want dan was het hele idee van gratis hotelovernachting meteen niet meer zo reëel. Op aanraden van een collega van Pieter hebben we heel leuk en lekker geluncht: De specialiteit van Nagoya: een paling-achtige aal met rijst, soep en nori.
Daarna  hebben we het kasteel (Nagoya-jo) bekeken en het park daar omheen met een echte molen, waarvan onze Hollandse harten toch sneller gingen kloppen. Van een afstandje ziet het kasteel er prachtig en best overtuigend authentiek uit. Het is namelijk, zoals zoveel kastelen in Japan, opnieuw gebouwd omdat het plat gebombardeerd was in WOII. Maar als je bij de ingang aan de achterkant komt, zie je meteen het aanbouwsel wat daar gemaakt is met een extra lift omhoog. Weg romantiek!
Van binnen is het allemaal wit geplamuurd en veel te glad gepolijst. In het museum zijn wel wat mooie originele Samurai kostuums en interessante foto's en objecten, maar ik geeft toch de voorkeur aan de wat robuustere kastelen met veel hout waar je zelf omhoog moet klimmen voor een mooi uitzicht.

Gelukkig kregen we dat de volgende dag nog te zien in Inuyama, een plaatsje ongeveer 30 minuten buiten Nagoya. Letterlijk betekent Inuyama 'berg van de hond' dus ik was erg verbaasd overal bordjes te zien dat huisdieren niet welkom waren in en om het kasteel. En dat terwijl de meeste honden hier nauwelijks overlast bezorgen omdat ze in een speciale hondenbuggy of draagtas worden meegenomen!
Het was duidelijk een goede keuze om de stad uit te gaan. Het kasteel was prachtig en we hebben ook nog twee tempels bekeken in de bergachtige omgeving van Inuyama. De één stond voor de mannelijke vruchtbaarheid, met overal fallussymbolen. De andere was weer een treinreis en lange wandeling verwijderd van Inuyama, maar die was echt de moeite waard in deze mooie natuur. Zelfs in de regen. Deze tempel is gewijd aan vrouwen. Meisjes kunnen hun poppen verbranden, als symbool dat ze van een meisje een echte vrouw aan het worden zijn. Als je al een echte vrouw bent, kan je kan daar door de kleine grijze torii  (toegangspoort bij tempels) kruipen, waarvan gezegd wordt dat het de vruchtbaarheid ten goede komt.
Het was een heel mooi tempelcomplex, midden in de bergen, met een vijver met grote karpers en verschillende kleine altaren. Je moet vrij veel moeite doen om er te komen en ik vind het dan altijd leuk om te denken dat wij daar als enige buitenlandse toeristen terecht zijn gekomen...

Maar toen was het helaas alweer tijd om heel snel terug te gaan met de trein. We hadden nog een openluchtmuseum met gekke architectuur en locomotieven willen bekijken en een ander museum maar het regende de hele tijd en er was veel te weinig tijd om alles af te werken. Om over de Ise Shrine maar te zwijgen. Daar hadden we heel graag heen gewild maar dat was nog eens twee keer anderhalf uur met de trein en dat vond ik, in tegenstelling tot een bepaald ander persoontje, iets te veel trein in twee dagen.



 



 


dinsdag 3 september 2013

Japanse les

Na twee maanden onderbreking, heb ik vandaag weer voor het eerst Japanse les. Daar ben ik eerlijk gezegd ook wel aan toe. Het is gek om te merken hoe snel ik dat kleine beetje kennis wat ik heb opgedaan in een heel jaar, langzaam maar zeker voel wegzakken tijdens een zomer zonder les.
Ik ben natuurlijk nog wel blijven oefenen in restaurants, winkels en met andere moeders en peuters in de zandbak. Maar doordat ik nu bij elk woord drie keer moet nadenken of de betekenis klopt, merk ik dat ik steeds minder ad rem ben bij het vormen van zinnen.  Ik neem heel slap ook minder risico.
Dus de conversatie wordt steeds simpeler, wat op zichzelf niet heel erg is als je alleen maar met peuters en winkelbediendes praat, maar het maakt het allemaal wel wat minder uitdagend. En dat terwijl ik het juist zo leuk vind om Japans te leren.

Met dat nemen van risico's hebben Japanners trouwens al helemáál moeite als ze Engels moeten praten. Als ze al iets willen zeggen, willen ze dat perfect formuleren dus praten ze meestal liever maar zo min mogelijk. Ik ben eigenlijk nooit bang geweest om iets niet perfect te zeggen, want ook al is het ten koste van mezelf; als ik daarmee voor wat gegiechel kan zorgen, wordt de sfeer er meestal alleen maar beter op!
De moeilijkheid schuilt erin dat Japanse woorden voor mij allemaal op elkaar lijken, omdat ik het niet kan vergelijken met de westerse talen die ik geleerd heb. En ik vind het prima om een hilarisch schoonheidsfoutje te maken maar een echte misser in Japan is natuurlijk uit den boze. Ik wil namelijk liever niet naar een schoonheidssalon gestuurd worden [byoin] terwijl ik denk dat ik het over het ziekenhuis heb [byooin].

Ik bedenk me soms met enige frustratie dat als het Italiaans was geweest waar ik gedurende een jaar zoveel energie in gestoken zou hebben, ik misschien inmiddels 'La divina commedia' al had kunnen vertalen. Maar goed, nu kan ik Wiebe zijn Japanse kinderboeken voorlezen en dat kan ook niet iedere moeder zeggen.
De kinderboeken voor 1 tot 4-jarigen zijn namelijk nog helemaal in het 'hiragana'. Dat is samen met het 'katakana' een aanvullend schrift op de karakters (of 'kanji') die van oorsprong Chinees zijn. Dit is vergelijkbaar met het alfabet maar dan bestaand uit 5 klinkers en allerlei klanken van twee letters. Een stuk makkelijker dan de kanji's dus, waar ik er nu pas iets meer dan 100 van ken (en er bestaan meer dan 2000).

Hoe dan ook is het heel nuttig om je als inwoner van Japan een beetje in de taal te verdiepen. Het is namelijk een hele andere manier van denken hier. Als je de taal niet begrijpt, zal je waarschijnlijk weinig van deze andere wereld snappen. Ik hoop aan het einde van de rit een piepklein beetje te begrijpen van deze prachtige cultuur.... de rest mag wat mij betreft een mysterie blijven.


                              Bedankt voor het lezen van mijn weblog. Arigatoo gozaimasu!