woensdag 30 juli 2014

Naar het zwembad... mag dat?

Het kwam dit jaar wat later, maar inmiddels is de zomer hier volop aan de gang. En dat betekent hitte en vochtigheid! Als ik drie stappen buiten heb gezet, gutst het zweet al van mijn voorhoofd. 'Als mijn haar dan toch nat moet worden, dan maar liever in het zwembad' dacht ik. Een buitenzwembad in Tokyo is een schaars goed. Maar dit jaar was ik vast besloten om een geschikt exemplaar in de stad te vinden. Een vriendin wees mij er op ééntje in Meguro, slechts een half uur van ons huis, goed bereikbaar met de trein en daarna nog een stukje lopen. Perfect! Dus met frisse moed vertrokken Wiebe en ik gisteren richting Meguro, met als doel verfrissing.
Na tien warme minuten wandelen vanaf het station waren we daar ook echt aan toe. Ik had niet in de gaten dat we in het halletje al onze slippers moesten uitdoen, want ik zag nergens de bekende schoenenvakjes. Gelukkig werden we meteen gecorrigeerd en mochten we door met de slippers in de hand.

In de kleedkamer waren lockers waar mijn grote rugzak niet in paste. Dan maar mee naar de kant van het zwembad. Stelen doet hier toch niemand. Eerst moesten we nog langs een hindernis. Onder het mom van 'verplicht afspoelen voordat je het zwembad betreedt', springen er onmiddellijk twee niet te ontwijken douches aan als je door de gang naar het zwembad loopt. Ik moest rennen met mijn armen opzij om te zorgen dat de rugzak in mijn hand niet kletsnat werd. En dit natuurlijk drie keer omdat Wiebe het zo grappig vond.

Mijn zonnebril is in de zomer in Japan echt een verlengstuk van mijn gezicht. Het is niet voor niks dat de ogen van Japanners van die mooie spleetjes zijn: zij hoeven hun ogen niet dicht te knijpen tegen de zon en lijken totaal geen last te hebben van het felle licht in hun ogen. Maar ik dus wel en daarom loop ik met nat gedouchte Ray Ban de trap op naar het zwembad. Meteen komt er een badjongen in strakke zwarte zwembroek en wit hemd op me afgestapt. Hij zegt dat mijn zonnebril af moet. Ik doe wat hij vraagt zodat hij mijn verbaasde blik kan zien. Dan zegt hij: 'Nou eh, in elk geval als u in het water gaat, want anders raakt de badmeester in de war'. Dit is tenminste wat ik denk dat hij zei maar wat hij er precies mee bedoelde begrijp ik niet. Ik zeg 'ok' en mag doorlopen. Onder een afdakje leggen we de handdoeken en rugzak in de schaduw. Vervolgens begin ik Wiebe en mezelf in te smeren met factor 50. Als ik net klaar ben met het laatste been, komt er een andere badknaap op ons af. Hij verontschuldigt zich en lacht schaapachtig en ik weet dat ik weer iets verkeerds heb gedaan. Hij zegt dat ik de zonnebrandcreme moet afspoelen voordat we het water ingaan. Ik zeg dat wij juist in het water beschermd moeten zijn omdat daar de felle zon is. Ik probeer uit te leggen dat wij anders knalrood worden. Hij is zichtbaar in twijfel wat hij hiermee aan moet dus ik stel voor: 'Ik spoel alles eraf voordat we gaan zwemmen, behalve onze gezichten, maar die houden we dan te allen tijde boven water.' Hier heeft hij niet van terug en hij druipt af.

Zoals beloofd sprenkel ik wat water over onze ledematen en dan kunnen we eindelijk het diepe in. Wiebe springt met zijn zwembandjes steeds het water in en ik moet hem opvangen. Het is een leuk spelletje maar helaas van korte duur. Dit keer komt de échte oude badmeester eraan gebanjerd en hij richt zich tot Wiebe in het Japans: 'dat het verboden is om in het water te springen'. Wiebe begrijpt het maar al te goed en zegt tegen mij: 'We mogen ook niet spetteren he?' Ik herhaal nog een paar keer met een quasi boze stem wat er allemaal niet mag in het zwembad en Wiebe doet het vrolijk na.

We zijn nog geen 5 minuten in het water of een snerpende stem roept om dat iedereen zo snel mogelijk het bad uit moet. Dit ritueel is mij inmiddels bekend. Ieder uur moet het zwembad leeg zijn zodat het water kan worden gecontroleerd. Twee badknapen zwemmen heel plechtig borstcrawl met hun hoofden onder water om te kijken of alles daar in orde is. Tegelijkertijd is het de wissel van de wacht voor het badpersoneel. Dit gaat soms gepaard met een soort dansje met de armen. Ik vind het een prachtig gebeuren en omdat we toch 5 minuten niet in het water mogen, pak ik de camera uit de tas en begin ik te filmen. Na een minuut komt mijn grote vriend weer op mij af en laat mij de bekende gekruiste vingers zien. Dat mag natuurlijk niet! Hoe kon ik zo stom zijn? Ik verontschuldig me wederom met een 'sumimasen' maar bedenk geamuseerd dat deze actie vereeuwigd is op de camera! Daarna zwemmen we nog een uurtje braaf volgens de regels.

's Avonds thuis kwam ik erachter dat ik een (gouden) oorbel mis en toen ik vanmorgen opbelde om te vragen of ze die gevonden hebben, bleek dat inderdaad het geval. Wat een geweldig land is Japan. Het zou toch prachtig zijn als ze de oorbel tijdens de controle van het water hebben opgedoken...?!


 

maandag 19 mei 2014

Setsubun

Op 3 februari vieren de Japanners 'Setsubun'. Zij noemen dit het begin van de lente. Niet dat het dan al warm is of dat er zelfs ook maar een knopje van een bloesem te bespeuren is.... Nee, als ze het maar vroeg genoeg vieren, dan komt die lente vast ook wel snel. Bovendien doen ze alles graag ruimschoots op tijd want in Japan houdt men nou eenmaal niet van laat en al helemaal niet van 'te laat'. Om een voorspoedig nieuw begin in te luiden, zegt men tijdens Setsubun de volgende leus: 'Onni wa soto, fuku wa uchi'! Het bekent: Kwade geesten (ellende) naar buiten en goede geesten (hoop) naar binnen! Dit gaat uiteraard weer gepaard met een grote schoonmaak. Maar ook, en dit is minder voorspelbaar...., met het gooien van bonen! Het is vergelijkbaar met het westerse ritueel van rijst gooien tijden huwelijken. Zoals de rijst symbool staat voor het toewensen van vruchtbaarheid aan een pas getrouwd stel, zo symboliseren de bonen ' de hoop op een vruchtbaar nieuw jaar'.

Wij hebben dit hele feest vorig jaar volledig gemist maar gelukkig hebben dit jaar twee keer 'Setsubun' gevierd. De eerste keer bij onze vrienden thuis in Kamakura. Chikako had een masker opgezet en kwam door de tuin aangerend. Haar twee dochters, Wiebe en ik moesten 'deze boze geest' proberen te verjagen door droge bonen tegen haar aan te gooien. De kids vonden het erg grappig en spannend en de boontjes werden daarna als borrelnootjes opgegeten. De rest van de middag rende iedereen met maskers op achter elkaar aan. Ik was blij om te zien dat Wiebe's fobie voor maskers, waar hij anderhalf jaar geleden nog ernstig aan leed, als sneeuw voor de zon verdwenen bleek te zijn. Voor sneeuw is hij trouwens ook niet meer bang, dus hij gaat met rasse schreden vooruit!

De maandag daarna was het 3 februari en gingen Wiebe en ik met Stephanie, een Amerikaanse vriendin die vlakbij ons woont, en haar twee zoons van 6 en 4 en haar babydochter naar de Hachiman Shrine. Stephanie vertelde dat ze ook met sinaasappels gooiden dus we lieten de fietshelmpjes van de jongens voor alle zekerheid maar op de hoofden zitten. Op een podium stonden priesters en ander tempel-personeel met daarvoor een heel groot en gretig publiek. En al snel vlogen de zoete rijstballen en mandarijnen ons om de oren. Ik stond achteraan want ik was natuurlijk niet vroeg genoeg vooraan gaan staan, waardoor de kleinere zakjes met pinda's en bonen eerst niet ver genoegkwamen. Maar als fanatieke lange Europeaan heb ik er toch een paar weten te bemachtigen en de oudste zoon van Stephanie deed ook lekker mee. Wiebe snapte er weinig van maar hij kreeg uiteindelijk weer zijn borrelhapje dus hij vond het allemaal wel best.

De meeste Japanners weten niet eens precies wat ze op 3 februari vieren... Dat komt omdat voor de Japanner alleen het feit dat hij een vrije dag heeft, belangrijk is. Dan hoeft hij namelijk niet te werken en belangrijker nog: dan werken zijn collega's ook niet. Veel kantoren geven hun werknemers toch zo'n 20 vakantiedagen. Maar in de praktijk wordt er hooguit twee keer een lang weekend vrij genomen. Een Japanner heeft geleerd dat het egoïstisch is om een hele week (of langer nog, stel je voor!) met vakantie te gaan. Want dat betekent altijd dat er anderen zijn die wel moeten werken, en extra hard bovendien, dankzij jou!
Vakantie vieren is dus uit den boze. Een Japanse vriendin van mij, die met een Nederlander is getrouwd en een stuk ruimer is van geest dan de meeste van haar landgenoten, vertelde me dat ze na haar vakantie een lichte, zongebruinde tint had, wat in Japan trouwens sowieso al als eigenaardig wordt gezien. Dus de eerste dag dat ze weer terug was op kantoor moest ze haar excuses daarvoor aan bieden, hoogst persoonlijk bij al haar 'meerderen' op de afdeling.
Ook de collega's van Pieter vinden onze reizen en tripjes inmiddels de spuigaten uitlopen. Hij wordt er steeds vaker op aangesproken. In plaats dat ze nou blij zijn met onze overmatige interesse in hun vaderland....! Maar goed, na twee weken vakantie in de afgelopen twee maanden, beperken we ons voorlopig maar even tot de feestdagen van de kalender. Gelukkig zijn dat er een stuk meer dan in Nederland.




 

donderdag 16 januari 2014

In vervoering geraakt

Sinds ruim anderhalf jaar heb ik er een nieuwe liefde bij: De trein. Deze liefde is me ingeblazen door mijn zoon en mede mogelijk gemaakt door het Japans technisch vernuft. In Nederland was ik er vermoedelijk niet voor gevallen, maar hier in Tokyo is de trein onderdeel van mijn dagelijks leven geworden. Ik heb het dan over alle mogelijke type treinen die hier in Japan rond rijden: Er zijn metro's, trams, locale treinen, express-trains, monorails, de supersnelle Shinkansens, en de houten treinset van het merk Brio die hier zijn vaste plekje in de hoek van de kamer heeft gekregen.

Met het spoornetwerk van Japan kun je naar iedere uithoek van het land reizen. Okee, Japan is een eilandengroep dus heel af moet de veerboot een handje helpen, maar er zijn tussen de eilanden ook veel tunnels en bruggen aangelegd waardoor de trein echt ver kan komen.
Tokyo (de agglomeratie) heeft het meest uitgebreide treinverkeer ter wereld met meer dan 130 spoorlijnen en zeker 1000 stations. 40 miljoen reizigers maken dagelijks gebruik van een stuk van de rails, die bij elkaar ruim 2000 km lang beslaan.
Maar denk niet dat er hier ooit gestrande passagiers hebben moeten overnachten op een van de stations omdat er geen treinen rijden of iets dergelijks. Weer of geen weer: de trein vertrekt, en wel op de seconde!
Daar komt veel personeel bij kijken, waarvan niemand het in zijn hoofd haalt om te gaan staken. Ik heb geen idee wat de mensen hier bij de spoorwegmaatschappijen precies verdienen. Het zal niet veel zijn maar dat doet er eigenlijk niet toe: Iedereen doet hier zijn of haar werk met verve.
Zo heb je een meneer in zwart uniform en met witte handschoenen om de vingers waarmee hij de trein na wijst als deze vertrokken is. Hij neemt zijn baan heel serieus. En dan is er een ander die tijdens de spits de 'salarymen' letterlijk de coupés in duwt, zodat de deuren nog net dicht kunnen zonder dat er een tas of een hand tussen komt. Want ook al rijdt er in de spits over twee minuten weer een metro, menig Japanner rent alsof zijn leven ervan af hangt om zich nog tussen de medepassagiers in te wurmen van de bijna vertrekkende trein.

Ik reis meestal als het geen spits is. Dan rijden de treinen slechts om de 4 minuten, dus moeten we soms een minuutje wachten. Op het perron zijn plekken gemarkeerd waar je wordt geadviseerd te gaan staan. De Japanners doen dat heel netjes in een rijtje. Wanneer het wat drukker is, maken ze twee rijen naast elkaar. De trein stopt op een bedreven manier, zodat de deuren eindigen op de plekken waar de mensen al klaar staan. Twee rijen splitsen zich parallel aan de trein zodat er eerst mensen kunnen uitstappen. Dan schuiven de passagiers rustig naar binnen en de trein is binnen 20 seconden na aankomst weer vertrokken. En als er iets wordt omgeroepen, dan betekent dat geen onheil, zoals in bepaalde landen wel vaak het geval is, maar is dat gewoon een aankondiging dat de trein eraan komt en dat iedereen voorzichtig moet zijn.

Zoals gezegd zijn er talloze stations in en om Tokyo. Iedereen woont dus wel in de buurt van een trein- of metrostation. Wij zijn gezegend met twee metrohaltes en een treinstation op loopafstand. Wiebe is zo gefascineerd door treinen dat we er wekelijks een uitje van maken: 'Treinen kijken'.
We lopen of fietsen dan naar station Yoyogi Hachiman, waar een spoorwegovergang is. En daar is het altijd raak. Omdat er daar verschillende treinen van en naar Shinjuku rijden, is de kans dat de spoorbomen dicht gaan lekker groot. Normale mensen rennen vaak nog even snel onder de spoorbomen door om niet weer 3 treinen voorbij te hoeven zien gaan. Wiebe en ik zijn de enigen die juist staan te wachten tot de spoorbomen dicht gaan. Althans, dat denk ìk; Wiebe is van mening dat alle auto's, mensen en hondjes net als hij treinen staan te kijken. En thuis zet hij al zijn auto's en knuffeldieren naast het houten spoor zodat zij ook kunnen doen wat hij zelf het allerleukste vindt.....
'Ding ding ding' ja daar komt ie! Er ratelen 11 wagons voorbij en Wiebe roept: 'nog een?!' Meestal komt er inderdaad meteen nog wel een express-train achteraan en soms wachten we tot we wel 100 wagons gezien hebben. Dan steken we het spoor over en lopen weer richting het park, zodat we nog een keer 'moeten' wachten bij de volgende spoorwegovergang. Als we daar ook eenmaal overgestoken zijn, kunnen we, als ik daar nog zin in heb, links nog een stuk meefietsen naast de denderende trein. Een kinderhand is snel gevuld en een middagje met mijn zoontje in Tokyo ook!



Treinen kijken met Wiebe en een vriendinnetje
bij Yoyogi koen (mei 2013)

Shibuya station. Wiebe kijkt naar de trein.

Een passagier zwaait terug vanuit
                                                         de Shinkansen

De Shinkansen bullet-train in Nagoya Station

woensdag 8 januari 2014

Onze feestdagen in Tokyo

Akemashite omedetou! Ik wens iedereen een prachtig en gezond 2014.

Een nieuw jaar Japan voor de boeg, waarvan de eerste helft alweer vol met plannen zit. Wat een mooi vooruitzicht! Maar eerst nog even een terugblik op de afgelopen weken. In Nederland staat december bekend als 'de feestmaand', waar de echt klagende Hollander soms zelfs moeite mee heeft omdat hij dan zoveel moet eten en zo vaak gezellig moet zijn.

Niet om bovenstaande reden, maar wel omdat we het stiekem best interessant vonden om Kerstmis in Japan mee te maken, waren wij dit jaar met de feestdagen gewoon thuis. De eerste feestdag was Sinterklaas op de schitterende residentie van de Nederlandse Ambassade. Het was een oer-Hollands en vrij weinig exotisch gebeuren, op een paar Japanse gezinnen in prachtige kimono's na dan. Pieter zal de Sint nooit meer hetzelfde kunnen zien. Hij stond niets vermoedend te kletsen buiten bij de deur, toe de Goedheiligman plotseling langs hen naar buiten draafde, met een bezweet gezicht het tweetal groette om vervolgens naar een vuilnisbak door te lopen en de inhoud van zijn maag, vermoedelijk alleen maar pepernoten, daarin uit te storten. De kinderen hadden niks in de gaten en wachtten geduldig tot Sinterklaas weer terugkwam om hun kadootjes verder in ontvangst te nemen.

Tijdens Kerstmis werkt iedere Japanner gewoon. Er wonen hier nu eenmaal weinig Christenen. Toch ontgaat het niemand die in Tokyo woont dat de kerstdagen eraan komen. Rond 10 november, toen Sinterklaas nog niet eens in Nederland was aangekomen en ik in het zonnige Japan nog in mijn zomerjackje rond scharrelde, draaiden ze bij de Starbucks al kerstliedjes. En al gauw waren alle grote winkelbuurten, zoals Omotesando, Midtown en Roppongi Hills, volledig uitgedost met honderden lichtjes en grote kerstbomen.
Net als andere buitenlandse feestdagen, zoals Halloween en Valentijnsdag, is Kerstmis hier iets puur commercieels. De gezellige sfeer rond de winkels trekt mensen en al die mensen kopen zich suf.
Bovendien zijn Japanners gevoelig voor trends en traditie. Daarom bestelt iedereen een speciale 'kurisumas keki' voor Kerstavond (dat is een kersttaart die verdacht veel lijkt op een gewone taart), die minimaal drie weken van tevoren dient te worden besteld want anders zijn ze misschien uitverkocht. De tweede traditie is echt een aparte: Een overheerlijk diner. . . van de Kentucky Fried Chicken! Echt waar, dit doen ze allemaal. Ze eten het uit of thuis en dit gaat altijd gepaard met een reservering en lang wachten in een rij met andere kipkluivers. Vorig jaar heeft KFC het zelfs weten door te voeren tot de catering van Japanse vliegtuigmaatschappijen. Deze super slimme marketing actie bedacht KFC al in de jaren 1970, omdat het gerecht 'kalkoen' niet zo bekend is in Japan. Vermoedelijk komt dat doordat de gemiddelde Japanner geen oven heeft om zo'n bakbeest in te bereiden. Dan maar gefrituurde kip. . .

Met Oud en Nieuw is er geen vuurwerk en maak je de oliebollen zelf. Allemaal geen probleem voor ons zolang de champagne maar rijkelijk kan vloeien. Kampai!
Vanaf 30 december heeft de bevolking hier 5 dagen vrij. Het is de belangrijkste vakantietijd van het jaar. In deze periode gaan de meeste mensen naar familie en 'bargain shoppen' maar bovenal bezoekt men de tempels. Wij gingen op 1 januari ook eens kijken bij de Meiji Shrine. . . De rij begon al ruim voordat de tempel überhaupt in zicht was en was ongeveer 5m breed.
Wel leuk dat ze een scherm hadden opgehangen halverwege, zodat de wachtenden konden kijken naar beelden van de tempel in alle seizoenen. Maar wij hebben het bij het film kijken gelaten en zijn toch maar terug gegaan naar huis voor een grote schoonmaak. . . Want ook dat hoort bij de traditionele Japanse nieuwjaarsvakantie!